de buikgriep Bij deze griep heb je diarree en moet je overgeven.
de controle Bij een controle kijk je of iets of iemand in orde is.
de huisarts Een dokter naar wie je toe gaat als je ziek bent.
de kiespijn Pijn aan je kiezen.
Je niet lekker voelen Je een beetje ziek voelen.
de melktand De eerste tanden die je krijgt. Je wisselt ze voor nieuwe tanden.
misselijk zijn Het gevoel hebben dat je moet overgeven.
de tandarts Een dokter voor je tanden en kiezen.
de thermometer Hiermee kun je meten hoe warm of koud het ergens is. Je kunt er ook koorts mee meten.
de verhoging Een klein beetje koorts.
de voortanden De tanden voor in je mond.
de wachtkamer De ruimte waarin je wacht bij de dokter of in het ziekenhuis.
de dierenarts Dokter voor dieren, vooral voor kleine huisdieren. Een dokter voor grote dieren noem je een veearts.
de koorts Dan is de temperatuur van je lichaam hoger dan normaal, dus hoger dan 37 graden.
de kinderarts Een dokter voor kinderen en kinderziekten.
de longarts Een dokter voor longziekten.
de oogarts Een dokter voor oogziekten.
de schoolarts Een dokter die op school komt om de gezondheid van kinderen in de gaten te houden.
de uitslag Droge of rode plekken of pukkeltjes op je huid.
de keelpijn Ontsteking in de keel.