de aanstaande | de verloofde, de persoon waarmee je gaat trouwen. |
de bekende | de kennis |
het bruidspaar | de bruid + bruidegom, de personen die gaan trouwen. |
het echtpaar | mensen die getrouwd zijn; een getrouwd paar. |
het gebruik | de gewoonte. Iets wat je normaal vindt om te doen. |
de kerel | een grote forse man |
het huwelijk | als twee mensen gaan trouwen |
de knaap | de jongen; een jonge vent,kerel |
de maat | een makker, vriend |
de meid | meisje, jonge vrouw. |
de schoonvader of de schoonmoeder | De ouders van je man, niet je eigen ouders. |
de buiging | beweging naar voren en naar beneden, vooral bedoeld om iemand eerbiedig te groeten. |
de traditie | oude gewoonte van een grote groep mensen |
de trouwdag | dag van het huwelijk. |
de vent | de kerel , de man. |
de verloofde | de aanstaande echtgenoot/echtgenote. |
verloven - verloofde - verloofd | Aan mensen bekend maken dat je gaat trouwen. |
het wijfje | het vrouwtje bij de dieren |
traditioneel | volgens de oude gewoonte |
in het huwelijk treden | trouwen |