| |
verkondigen | rondvertellen, in het openbaar vertellen |
definitief | het staat vast, het is zeker, het verandert niet meer, voor altijd |
recent | pas gebeurd, onlangs, kort geleden |
| |
respectievelijk | wat na elkaar komt, in volgorde, achtereenvolgens |
ervaren | meemaken |
de gelijkenis | de mate waarin iets of iemand aan een ander doet denken, de overeenkomst |
| |
bedwingen | beheersen, niets zeggen, terwijl je dat graag zou willen. onder controle houden, tegenhouden |
hoofdzakelijk | vooral, voornamelijk |
belemmeren | tegenhouden |
samenhangen | wat met elkaar te maken heeft |
met andere woorden | anders gezegd |
de oorsprong | waar iets vandaan komt, de bron |
doorsnee | gemiddeld |
schijnbaar | het lijkt echt, maar dat is niet zo, bedrieglijk, alsof, kennelijk |
ingrijpend | maakt veel indruk, met grote gevolgen, heftige |
de eenheid | het geheel, samen |
inschakelen | (hulp) inroepen/aanzetten |
de levenswijze | hoe iemand leeft |
benoemen | iemand aannemen/omschrijven |
| |
inclusief | het zit erbij, erbij inbegrepen |